Tagarchief: zeeschildpad

Blijft bijzonder

Het leven hier in Ons Dorp op Brava houdt nooit op me te verbazen en boeien. Vanmorgen maakten Erick en ik een rondje over het land, gewapend met emmers en stokken met een haakje aan ’t eind: mango’s plukken. Dat was al een paar dagen geleden, want de grootste piek in de mango-oogst is wel achter de rug. Toch liepen we een uurtje later met zo’n 20 kilo mango’s door de ribeira naar ‘beneden’, naar het deel van het dorp dat praia genoemd wordt, strand.

Bij het huis van Bibi zetten we de emmers op haar muurtje en voegden we ons bij de drie mannen die naar de zee stonden te wijzen en kijken. João, Dani en Lele begroetten ons. “Wat is er te zien?” “Een zeeschildpad. Ze zoekt naar een plek met zand, om aan land te gaan. Maar ja, die vindt ze hier natuurlijk niet.” En ja hoor, na wat turen zie ik haar zwemmen. Niet zo’n grote, misschien zo’n 40 centimeter lang. “Kijk, daar, Erick. Ze zwemt nu vlak boven die grote stenen die je door het water ziet schemeren.” Erick heeft haar dan ook in ’t vizier en we staan een poosje te kijken. Mooi. Bijzonder. Het is nu de tijd dat de zeeschildpadden hun eieren willen leggen, maar bij ons in de baai is dat niet zo’n goed plan; we hebben een stenen strand. Mooie ronde keien. Ze kunnen beter naar de baai van Portete zwemmen, of naar één van de onbewoonde eilandjes tussen Brava en Fogo.

Ik loop bij Bibi naar binnen. Niemand thuis. Dan verschijnt Bibi van achter het huis, met onder haar arm de haan die ik haar laatst gaf. Zijn kop – kam, nek en lellen – wordt even ingesmeerd met vaseline, tegen de hardnekkige poulgrinhas waar tegenwoordig alle kippen last van hebben. We klagen wat tegen elkaar: dat ons vee eigenlijk maar een grote zorg is, en dat mais en krachtvoer steeds duurder worden. Waar doen we ’t voor!? En dan wijst ze me op een jong katje op de stapel hout in haar buitenkeuken: “Er lopen er wel zeven rond, én hun moeder. Allemaal wilde katten, en ze zijn nergens bang voor!” Ik stel haar voor om dan maar katten te gaan fokken in plaats van kippen, geiten en varkens. En Erick vertelt haar dat de Chinezen daar dol op zijn. “O ja, en dan kunnen jullie je honden daar ook aan verkopen”, reageert Bibi: “Dat zijn een heleboel kilo’s vlees!”

Erick wandelt verder en Bibi en ik gaan binnenshuis onze vrouwenzaken doen. Ze gooit een plastic zakje met geld op tafel: de opbrengst van de mango’s van vorige week. “Tel!” Ik tel ruim 8000 escudos, 80 euro, en ben onder de indruk. Bibi pakt een 50 escudo-stuk er tussenuit: “Die is voor mij. Ik moest plastic tasjes kopen.” Ik geef haar een briefje van 1000. “Neem die ook maar.”
Dan bespreken we de ongemakken van de oude dag. Ik loop al een paar dagen te tollen op m’n benen en Bibi heeft, als altijd, pijn in d’r knieën. Ze tilt haar rok op om haar dikke knieën weer es te laten zien en wijst op de krassen op haar benen. Die heb ik ook altijd; collateral damage tijdens het geitenvoer plukken. “Het lijkt wel of ik van een ezel gevallen ben”, zegt Bibi, en we gieren het uit. Kennelijk zien we het allebei voor ons…